Jan Kottelenberg, regio Rivierenland

Jan Kottelenberg, regio Rivierenland: ‘Geef de agribusiness lucht’

Nieuws Datum
02/04/2022
‘Agribusiness is een belangrijke sector in de Rivierenlandse economie. Met het nieuwe Regionaal Economisch Ambitiedocument (REA) 2022-2025 van de regio Rivierenland kunnen we, samen met de ondernemers, ervoor zorgen dat deze de komende jaren dominant blijft’, stelt Jan Kottelenberg, burgemeester van Neder-Betuwe en voorzitter van het Speerpuntberaad Agribusiness van de regio.

‘Maar ik benadruk sámen. We hebben in dit gebied hele goede ondernemers, maar resultaten komen niet vanzelf. Dat weet ik uit ervaring: ik heb lang de familieboerderij geleid, die nu is overgenomen door onze dochter. Het is hard werken, agribusiness kent smalle marges.Ik zie het als een taak van de gemeentelijke overheden om ondernemen mogelijk te maken, ervoor te zorgen dat de ondernemers werken aan hun toekomst en aan die van hun kinderen. In alle gemeenten geldt dat economie geen grenzen geeft en dus vind ik dat overal een gelijk speelveld de basis is.’ De regio kiest voor drie speerpunten van economisch beleid. Agribusiness, Logistiek en Vestigingsklimaat bedrijven en Recreatie en Toerisme.

In januari is door de gemeentebesturen het REA vastgesteld, het biedt een leidraad tot en met 2025. Kottelenberg: ‘Ik ben er blij mee dat we dezelfde ambities hebben vastgehouden, je moet niet te veel willen veranderen, want vernieuwing en stimulering van de economie hebben tijd nodig. Het maatschappelijk middenveld moet elkaar vinden en kennen: onderwijs, overheid, ondernemers, de actieve burgers én de onderzoeksinstellingen. Want er komen ingewikkelde uitdagingen genoeg op ons pad; neem nu de actie die is ontstaan rond de plannen van de provincie over de drinkwater-reserveringsgebieden. En ook de politieke situatie in Europa heeft gevolgen voor de ondernemers. Maar die vinden hun weg, daar ben ik van overtuigd, zo is het agrariërs al eeuwen vergaan.’

Fruitteelt en laanboomteelt drukken een stempel op dit gebied. Dat kan soms botsen, stelt hij. ‘Er spelen tal van andere belangen en daarom is het belangrijk dat er maatschappelijke acceptatie voor de sector is, daar waar de samenleving die soms afwijst. Op dat vlak zie ik een taak voor de overheden in het gebied: wij moeten zorgen dat bedrijven perspectief houden. Niemand heeft het alleen voor het zeggen, we hebben elkaar allemaal nodig in kwesties die natuur en landschap raken of als het gaat om de energietransitie. Dat geldt ook in gezondheidskwesties – er worden nog steeds gewasbeschermingsmiddelen gebruikt – wij zijn er voor burger én teler. Individuele gemeenten bekrachtigen voornemens zoals die door de regio – dat zijn ook de gemeenten – worden opgesteld. De uitwerking kan verschillende nuances geven. Zo laat bijvoorbeeld Neder-Betuwe veel open in zijn Omgevingsvisie, gemeente Buren timmert meer dicht.’

Kottelenberg is duidelijk: ‘Wanneer je een sector van de economie belangrijk vindt, moet je die ook lucht geven, ermee in gesprek gaan. Fruitpact is zo’n gesprekspartner. Wanneer het algemeen gevoel is, dat er toch nog veel gewasbeschermingsmiddelen in gebruik zijn, – terwijl er al grote verbeteringen op dat terrein zijn geboekt, het gebruik ervan wordt minder en gebeurt veel gerichter, dan moet je dus tegelijkertijd de telers de ruimte geven op een andere manier met die problematiek om te gaan. Dat kan het toestaan van meer teeltondersteunende voorzieningen (TOV) betekenen. Wij als gemeenten moeten het ondernemen mogelijk maken, want ik zie in de agribusiness heel veel ambitie. Een voorbeeld: de Fruit Tech Campus in Geldermalsen, mogelijk door investeringen van bedrijfsleven én overheden. En in Opheusden het Laanboomcentrum.’

Terug