
Stimulerende samenwerking fruit- en laanboomteeltsector
Cardol: ‘We werden afgelopen najaar vanuit NFO geïnformeerd over het voorgenomen beleid omtrent de Aanvullende Strategische Watervoorraden (ASV’s) in Gelderland en de 11 aangewezen drinkwaterreserveringsgebieden. De reactietermijn waarop je zienswijzen in kon dienen was al begonnen. TCO en Fruitpact hebben snel een hectare-inschatting en een globale impact-analyse gemaakt. Vertegenwoordigers van de fruitteeltsector en TCO zijn bij elkaar gekomen om gezamenlijk te kijken welke effecten dit beleid heeft. Uiteindelijk zijn 331 zienswijzen ingediend, waarvan het overgrote deel uit onze regio van zowel individuele laanboomkwekers en fruittelers, maar ook van branche-organisaties, gemeenten en andere stakeholders.’
De voorzitter van TCO vraagt zich nog steeds af waarom juist de gebieden waar veel laanboomteelt en fruitteelt is, aangewezen zijn als reserveringsgebieden. ‘Het liefst willen we nog steeds dat er helemaal geen percelen waarop laanboomteelt of fruitteelt bedreven wordt zo lang gereserveerd blijven voor mogelijke waterwinning. Ik zie dat als een weeffout van de provincie. In de eerste milieueffectrapportage die in opdracht van de provincie uitgevoerd is voor de Gelderse ASV-gebieden, wordt ervan uitgegaan dat fruitteelt en laanboomteelt geen grondgebonden teelten zijn. Wij maken binnen de laanboomteelt wel gebruik van containerteelt, maar altijd in relatie tot vollegrondteelt. Daarnaast worden beide teelten als niet-kapitaalintensief gekwalificeerd. Dat terwijl de Bommelerwaard niet in het plan meegenomen is door de aanwezigheid van glastuinbouw, die wel als kapitaalintensief wordt beschouwd. Er is helemaal niet gekeken naar de economische en sociale gevolgen voor de laanboom- en fruittelers en de aanverwante bedrijvigheid. Ik meen dan ook dat bij de totstandkoming van dit dossier sprake is van verkokerd beleid bij de provincie. Er is geen integrale benadering toegepast. Aan de ene kant draagt de provincie bij aan zowel laanboomteelt als fruitteelt en de innovaties daarbinnen. Zo is bijvoorbeeld de helft van het Laanboomhuis, het pand van TCO, bekostigd door de provincie. Het beleid omtrent de ASV’s beperkt de sector juist. We onderschrijven allemaal het belang van meer kwalitatief goed drinkwater, maar het beleid omtrent de ASV’s is zonder enig overleg met beide sectoren tot stand gekomen.’
‘We hebben daarom in het voorjaar de campagne ‘Laat de teelt in de Betuwe niet opdrogen!’ gelanceerd en veel constructieve gesprekken gevoerd met ambtenaren van de provincie Gelderland en statenleden. Maar ook met lokale bestuurders en het Waterschap Rivierenland. We hebben de provinciale vertegenwoordigers kunnen vertellen over onze bedrijfsvoeringen en hoe we daarbij zuinig en bewust met water omgaan door bijvoorbeeld het gebruik van druppelirrigatie. Samen met de fruittelers hebben we ook een zevenpuntenplan geformuleerd om onze wensen kenbaar te maken. Een deel van die wensen is door aangenomen moties in de staten uiteindelijk ingewilligd. Zoals het ontstaan van het nieuwe overlegorgaan De Betuwse Watertafel, waar NFO, TCO, LTO-Noord, overheden, Vitens, Waterschap Rivierenland en liefst ook Rijkswaterstaat aan deelnemen. We willen ook dat bij de uitvoering van de ASV’s de provincie aan het stuur blijft, en niet Vitens. Vanuit de Betuwse Watertafel moet in de komende maanden een uitvoeringsplan opgesteld worden voor een klimaatbestendig en robuust watersysteem, dat zowel grond- als oppervlaktewater betreft.’
De TCO-voorzitter: ‘Wat betreft het verkorten van de reserveringstermijn voor de mogelijke waterwingebieden is er voor de fruittelers in de gebieden ten westen van Tiel meer zekerheid gekomen. Die termijn zal drie tot maximaal vijf jaar worden. Maar dat gaat waarschijnlijk niet op voor laanboomtelers die gevestigd zijn tussen de A15 en de Waal. De fruittelers ten westen van Tiel telen op een dikke kleilaag die water filtert. Hier, van Ochten tot Oosterhout, is er sprake van een kwetsbaarder gebied, omdat het niet zo’n dikke kleilaag heeft. En daarin liggen veruit de meeste door de ASV getroffen laanboombedrijven en -percelen. Het risico dreigt dat dit voor onze leden zo belangrijke gebied veel langer gereserveerd blijft als mogelijk waterwingebied. Met name omdat onderzoek naar oevergrondwaterwinning hier wellicht langer kan gaan duren. Een pluspunt is wel dat de statenleden aandringen op tempo. Met zo’n onzekere toekomst is het risico groot dat laanboomkwekers de pas in gaan houden. Ze zullen waarschijnlijk minder gaan investeren in duurzame innovaties. Binnen de laanboomteelt vindt daarnaast wisselteelt plaats. Om het bodemleven en de biodiversiteit te stimuleren wordt na een aantal jaren vaak een nieuw perceel gebruikt. Kwekers zullen nu niet gauw meer nieuwe percelen huren of verwerven in die lange strook langs de Waal. En als ze dat wel doen mogen daar vanaf 2023 geen diepe boringen naar water meer plaatsvinden. Terwijl ze dat water soms wel nodig hebben. Bij voorkeur maken kwekers gebruik van oppervlaktewater, maar als dat er niet of niet voldoende is gaan ze over op het gebruik van grondwater.’
De TCO-voorzitter heeft de samenwerking met afgevaardigden van de fruitteeltsector als bijzonder prettig en elkaar aanvullend ervaren. ‘Allebei vonden wij het prettig dat er naar ons geluisterd werd door provincie-ambtenaren en statenleden. Het was stimulerend, maar het heeft wel veel tijd en geld gekost. Voor onze leden, de laanboomkwekers, is het ook een zwaar proces geweest. Zeker voor degenen die telen in de aangewezen reserveringsgebieden. En de onzekerheid is nog niet weggenomen. Maar onze activiteiten en acties hebben wel effect gesorteerd. De toekomst? Die zie ik met gepast vertrouwen tegemoet. Op de eerste plaats door het nieuwe overlegorgaan De Betuwse Watertafel, dat zwaarwegende adviezen kan geven. De provincie Gelderland steunt ons in financiële zin ook bij de opstart ervan. Ten tweede omdat we schouder aan schouder staan met de fruitteeltsector. En tot slot omdat ik vertrouw op de betrokkenheid van onze leden en de kracht van goede argumenten.’