Marianne Groot

De toekomst van de fruitteelt in Fieldlab Betuwe

Agenda Datum
22/07/2024
Hoe zien fruitteelt- en laanboombedrijven er in 2040 uit en wat moet daarvoor gebeuren? Fieldlab Betuwe, met geld van het ministerie van LNV, moet daarop een antwoord formuleren.

Een combinatie van betrokken instanties (ook Fruitpact), bedrijven, adviesdiensten en organisaties werkt aan een basisplan. WUR en Delphy trekken samen dit project. Marianne Groot, teamleider onderzoek van WUR op Proeftuin Randwijk, zit de werkgroep voor.

“Fieldlab Betuwe is een project dat lijkt op de ‘boerderij van de toekomst’ in Lelystad, maar dat is voor de akkerbouw in de Flevopolders. Dit plan is specifiek voor het rivierengebied, want het ministerie ziet in dat je regiospecifiek plannen moet maken. We hebben inmiddels enkele ontwerpsessies gehad en ook excursies gemaakt om ideeën op te doen en het veld beter te leren kennen. De komende tijd gaan we met jonge telers en kwekers in gesprek, want je hebt het over hún toekomst. Hun input is zeer belangrijk. Dan formuleren we een plan: hoe kun je op een duurzame wijze voldoen aan alle regels die de sector raken. Dat ontwerp gaat eind dit jaar naar het ministerie, waarna we horen of we er een vervolg aan mogen geven.”

De ontwerpgroep heeft thema’s vastgesteld, problemen benoemd en kansen geïnventariseerd. Het ontwerp krijgt ook een innovatie- en kennisdeel, de ontwerpagenda. vertelt Groot. “We zouden die agenda in de tweede fase fysiek concreet kunnen maken, hier op de Proeftuin, op het Laanboomcentrum van TCO in Opheusden maar ook op bedrijven van telers, om zo de kennis te verspreiden. Ook al zijn er meer dan twintig mensen in de ontwerpgroep, iedereen denkt met elkaar mee. Overigens zitten er ook  vertegenwoordigers van organisaties buiten de sector in, zoals het waterschap, maar ook Natuur en Milieu Gelderland, heel constructief.”

“Wat we bijvoorbeeld zien is dat water een grote uitdaging is. Dat is er teveel of te weinig, maar ook de kwaliteit ervan telt. En hoe ga je om met de plantgezondheid nu er steeds minder middelen gebruikt mogen worden. Met deelnemers uit allerlei verschillende achtergronden en expertises moet daar een goed plan voor op tafel kunnen komen.”

Terug