We willen verandering, maar dat moet kúnnen
Wim Bunt volgt daarmee zijn vader Frederik Bunt op, de ambassadeur die samen met zijn neef Marinus onder de naam B&B Fruit pruimen teelt en in Herveld een sorteerbedrijf leidt. “Hij doet veel dingen naast het werk, bijvoorbeeld bij NFO steenfruit. Hij moet kiezen waar hij tijd in kan steken.” Met de komst van Wim Bunt in de ambassadeurgroep is de gemiddelde leeftijd weer verlaagd. “Dat is nu wel duidelijk merkbaar. Ik zie het ambassadeurschap als functie om te signaleren en te horen wat er speelt in de fruitteelt, Fruitpact is een club die vooral bezig is met zaken die de wat langere termijn en overheidsbeleid betreffen. Het is goed dat de telers van nu en van straks door de ambassadeursgroep een stem hebben.”
“Kijk, we zijn het volgens mij eens dat de fruitteelt een transitie doormaakt. We willen als telers allemaal duurzaam zijn, de natuur sparen en minder gewasbescherming gebruiken. We lopen tegen dezelfde zaken aan: is er voldoende water, is dat water schoon genoeg, we werken met spuitzones en ervaren dat er steeds minder middelen zijn die we mogen gebruiken. Dus contact van onze sector met de beleidsmakers en overheden is erg van belang. Je ziet dat de vraag naar ruimte voor bijvoorbeeld huizenbouw ook groot is. En reken maar dat de fruitsector ook in het vizier komt. In de wereld van nu is het produceren van voedsel voor velen een onbekend fenomeen. Mensen zien en kopen het eindproduct maar weten niet wat daarvoor nodig is. Ze hebben een beeld dat niet klopt, dus is de waardering van wat we doen niet zo groot. ”
“Telers willen best aan verandering werken, en dat dóen ze ook al. Maar een fruitbedrijf heeft een economische factor. Je moet niet alleen veranderen door consistente regelgeving tot je te nemen, het moet ook mógelijk zijn financieel. Overschakelen gaat niet van de ene dag op de ander.”
Wim Bunt is erg begaan met de gezondheid van gewas en bodem. Hij heeft 6 hectare pruimen. “Wat er zou moeten en wat er kan is in de sector wel bekend. Ik denk niet dat we nieuwe kennis hoeven te bedenken, eerder zouden we de kennis van drie generaties terug eens moeten bestuderen. In die tijd leefden telers en boeren mét de natuur. Toen werd niet met kunstmest gewerkt en waren er minder gewasbeschermingsmiddelen. Want je zult iets moeten hebben om mee in te grijpen bij ziekte of plaag. Maar iedere tijd is anders, wij komen nu dit tegen. In de zin is nu ondernemen niet zo anders dan vroeger.”