‘Fruitpact schept transparantie en ontdubbeling’
Van Toorn heeft thuis in Opijnen een fruitteeltbedrijf, begonnen door zijn vader en grootvader. “Via mijn studie kwam hij in contact met kennisontwikkeling en voorlichting bij CAF, een aantrekkelijke coöperatie en combinatie. CAF vergde steeds meer tijd en vroeg om een oplossing: we zijn met ons fruitteeltbedrijf een partnerschap aangegaan met de buren. Ook voor de CAF zijn het dynamische tijden: goede informatie in de complexe wereld van fruitteelt is moeilijk te vinden. Vroeger zat er veel kennis bij producenten van gewasbescherming of meststoffen, maar die hebben vaak hun R&D verplaatst naar andere landen. CAF heeft daarom in het coöperatieve belang voor teelt en telers besloten zelf meer onderzoek te doen en zich daarmee te onderscheiden, zelfstandig en als aandeelhouder in Fruit Research Center Randwijk (voorheen proeftuin Randwijk) . Ook dit is in bepaalde gevallen nog niet voldoende, reden voor het opstarten en mede initiëren van projecten. Dat gebeurt veelal met partijen als Fruitvooruit.nl, de NFO, Fruitpact, CropSolutions, ketenpartijen in de fruitafzet en de Fruit Tech Campus. Onze adviseurs geven daar ook lessen, of verbinden in projecten de schil tussen praktijk en fundamentele netwerken of onderzoek. Wij geven als CAF eerstelijns advies in de markt, maar vervullen ook een tweedelijns adviesrol voor de regiovoorlichters van bij ons aangesloten regionale coöperaties zoals AgruniekRijvallei”
De Centrale Adviesdienst Fruitteelt CAF heeft 18 adviseurs die in heel Nederland actief zijn. CAF is formeel onderdeel van coöperatie Agruniek Rijnvallei. “Die fruitgroep aansturen is eenderde van mijn werk. Daarnaast valt externe samenwerking binnen mijn portefeuille, plus de coördinatie van advies en projecten. We zijn onlangs begonnen met Betuws Natuurinclusief Telen 2.0 (BNT2.0), een voortzetting van de eerste versie BNT die vorig jaar is afgesloten. Voor de financiering is de directe band met Greenport Gelderland vanuit het Fruitpact van levensbelang. Er zijn 17 telers bezig met proeven, vijf van hen voeren een specifieke taken binnen het project uit. Het project duurt drie jaar. Je kunt op basis van één jaar, of zelfs één project, geen conclusies trekken. Fruitteelt is immers een meerjarige buitenteelt. We werken nu onder leiding van mijn collega Ellen Hoogesteger aan het stapelen van remedies om de bodem, de bomen te beschermen en het fruit met zo min mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu te produceren. Het droge voorjaar brengt weer nieuwe vragen: er is een grote hoeveelheid insecten door ontstaan, en ook een nieuw insect steekt de kop op: de bruingemarmerde schildwants. Daar doet WUR op de Proeftuin nu onderzoek naar. Want het vraagt om maatwerk.”
Hij kwam in de stuurgroep nadat hij een keer zijn Agruniek Rijnvallei coöperatie directeur Arjen van Nuland verving. “Ze wilden dat ik bleef, mogelijk omdat ik zo’n praktijkmens ben. Arjen was het daar trouwens direct mee eens.”
Van Toorn werkt ook aan de toekomstbestendige fruitteelt. “Juist een samenwerkingsverband als Fruitpact biedt daartoe kansen. Je hoort uit alle organisaties in de stuurgroep wat er gebeurt en wie waarmee bezig is. Dat levert transparantie op, ontdubbeling ook, en zo voorkom je geld weggooien.”
Is er nog iets te wensen over? “Ik zou de regeldruk willen vereenvoudigen. Waarom mogen we geen werkzaam middel gebruiken op een perceel waar één ziekte of plaag opvlamt? Machinefabrikant HSS uit Meteren heeft nu bijvoorbeeld onbemande spuitmachines met 99 procent minder emissie, het argument dat bepaalde middelen impact hebben op omgeving vervalt zo toch? Maar je wordt als teler nog onvoldoende beloond met zo’n investering. Ik zou wensen dat we een breed pakket, een grote gereedschapskist, aan remedies hebben. En dat we daar in uitzonderingsgevallen gebruik van kunnen maken. In bestuurlijke termen heet dat doelsturing. Belonen van goed gedrag, ik ben er een groot voorstander van.”